De Duve zegt” kunstenaar zijn is dus het uitoefenen van een zeer vreemd beroep dat geen ambacht is, of tenminste, dat men niet meer kan definiëren door de handelingen van het ambacht ; een beroep dat dingen produceert die tot niets dienen maar dit verlangen opwekken omdat zij de vrucht van het verlangen zijn, een volledig nutteloosheid en nochtans absoluut noodzakelijk beroep. Een kunstenaar worden is dat leren; leren om de fakkeldrager te zijn van een ethiek van vrijheid en verlangen, wat misschien slechts haalbaar is op het gebied van de kunst maar als kompas voor de gehele maatschappij zou moeten dienen.